vrijdag 28 april 2006

de ziekte van Lyme

Ongeveer zeventienduizend Nederlanders hebben in 2005 de ziekte van Lyme opgelopen. Dat zijn er vijfduizend meer dan in 2001 en zelfs drie keer zo veel als in 1994. Dat heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) donderdag bekendgemaakt.


De ziekte van Lyme kan in uiterste gevallen lijden tot verlamming van de gezichtsspieren. Mensen kunnen door de ziekte ook in een rolstoel terechtkomen.

De infectieziekte wordt overgebracht door de beet van een teek, een klein, donker beestje van hooguit 3 millimeter groot, dat zich meestal ophoudt in bomen, struiken en hoog gras. Meestal, in 94 procent van de gevallen, worden mensen na een tekenbeet niet ziek. Toch raden artsen aan een tekenbeet zeer serieus te nemen. In 2005 hebben in totaal 73 duizend mensen zich bij de huisarts gemeld met een beet.

Als mensen door de tekenbeet besmet zijn geraakt met de bacterie die Lyme veroorzaakt, krijgen ze na enkele weken rode, ringvormige uitslag rond de plek van de beet. Ook hebben ze vaak griepachtige klachten en/of koorts. Artsen kunnen de ziekte in een vroeg stadium vrij eenvoudig bestrijden met antibiotica.

Het RIVM raadt mensen aan om tijdens wandelingen in de natuur vooral op de paden te blijven en bijvoorbeeld armen en benen te bedekken met kleding. Het is belangrijk om na afloop het lichaam te controleren op tekenbeten. De teek zuigt zich na een beet vast in het lichaam. Het beestje kan met een pincet worden weggehaald.

Geen opmerkingen: